Het klaart op

Het bonzen hield aan. Heb je geen bel vroeg de jongen met dat rare kapsel. Nee die is al heel lang kapot, maar er belt toch nooit iemand. Dan is het de pizza zei de jongen en liep naar de voordeur.

Hij reikte naar het glas op het tafeltje met het Perzisch tapijtje dat nog uit zijn vroegere stamkroeg kwam waar nu een soort koffiemultiversum zat, vol studenten die op hun laptops studeerden of sociale contacten onderhielden, soms ook met de mensen met wie ze waren. Kijk jij veel kattenfilmpjes?, vroeg hij aan het meisje. Nee, zei ze, alleen als ik er per ongeluk op klik.

Ik zoek eigenlijk nooit iets, dacht hij, alles wordt aangedragen, mijn tijdlijnen vullen zich vanzelf en verder kom ik niet meer. Wat dat doet voor mijn wereldbeeld? Hoe kan ik dat weten? Dat verandert met de input die ik krijg en of dat nou realiteit is of diepe fake, ik maak er toch zelf iets van in mijn hoofd. Mijn wereldbeeld is een denkbeeld, eigenlijk een zelfbeeld, zeg maar. Ik heb wel trek gekregen, dacht hij en hapte met graagte in een voorbijkomende pizzapunt. De borrelend hete mozzarella trok meteen blaren op zijn verhemelte. De scherpe pijn bracht hem acuut in het hier en nu.

De tijd leek in scherven te vallen. Telkens als hij zijn blik ergens anders op richtte zag hij een nieuwe wereld en de vorige was verdwenen. Met elke transformatie werd het lichter in zijn hoofd. Het klaart op, zei hij tegen niemand in het bijzonder en ging er eens goed voor zitten. Wat gebeurt er met jou?, vroeg het meisje met een mengeling van angst en nieuwsgierigheid in haar stem.


Ander nieuws