Halverwege jaren '80 voor Nieuwsblad De Brug. 

Tajiri doet niets dat al gedaan is

Langs de Rijksweg Venlo-Grathem ligt ter hoogte van Baarlo een bescheiden kasteel. Eromheen een flinke wilde tuin met enkele beelden en een soort karrenspoor dat als oprijlaan in een boog van de poort in de muur naar de poort van de binnenplaats leidt. In de tuin heerst een heel eigen biologisch evenwicht waarin kikkers nog volop gedijen. Aan de andere kant van de poort naar de binnenplaats is de fauna woester, althans dat maak je op uit het briefje aan de klink dat melding maakt van gevaarlijke honden. Als ik aanbel kwispelt een vrolijke bastaard me tegemoet, waarschijnlijk het leuke broertje van die andere.

'Zodra ik iets echt kan verlies ik de interesse'

Aanleiding tot het bezoek vormt de expositie die de kasteelheer, beeldend kunstenaar en professor aan de Universiteit van West Berlijn Shinkichi Tajiri, heeft ingericht in een ander Baarlo's pand met historische allure: kasteel D’Erp.

Het gesprek vindt plaats in een der werkkamers in kasteel Scheres. De weg daarheen via kamers met volle wanden en volle kamers en een wenteltrap, wordt geflankeerd door gefotografeerde vrouwen die van de muren naar beneden kijken.

Liever werken

Shinkichi Tajiri is een bekend beeldend kunstenaar, maar geen bekend Baarloënaar, daarvoor leeft hij teveel op zichzelf. ‘Ze zullen me hier wel niet helemaal kunnen plaatsen,’ vermoedt hij, 'want ik onderhoud niet zoveel sociale contacten. Dat deed ik niet toen ik nog in Amerika woonde en niet in Amsterdam en Parijs. Hier heb ik er ook niet zo'n behoefte aan. Ik ben niet zo'n type om uit te gaan, ik werk liever.’

Maar waarom in Baarlo?

‘Van tevoren woonde ik in Amsterdam in zo'n rijtjeshuis en dat gaf problemen met mijn werk, want ik was meestal bezig tot een uur of vier 's morgens. Omdat ik toen nog veel met metaal werkte, smeden en dergelijke, werd dat te lawaaiig.

We (Tajiri en zijn in ‘69 gestorven echtgenote Ferdi, red.) zijn in de omgeving gaan uitkijken naar iets geschikters, maar dat bleek moeilijk. Via vrienden in Roermond zijn we toen in het zuiden gaan zoeken. Mijn vrouw logeerde drie weken in Belfeld en verkende van daaruit de omgeving.

Uiteindelijk kwam ze bij de toenmalige burgemeester van Baarlo terecht die wel geïnteresseerd was om Tajiri naar Baarlo te halen. Mijn vrouw vond dit kasteel en toen dat vrijkwam konden we het dankzij de bemiddeling van die burgemeester betrekken.’

Zo verhuisde het gezin Tajiri 20 jaar geleden (het interview dateert van midden jaren '80, red.) naar Baarlo.

'Voor mijn werk is het hier ideaal. Ik had veel ruimte nodig en de mogelijkheid om 's nachts lawaai te maken, en dat is hier allebei.

Bovendien is de omgeving hier mooi en Limburg is een vrolijke provincie.'

Vindt u? ‘Carnaval en zo.’

Veelzijdig

Shinkichi Tajiri werd op 7 december 1923 in Los Angeles geboren als kind van Japanse ouders. Na de moeilijke oorlogsjaren vat hij een studie op aan het Art Institute of Chicago en in 1948 neemt hij daar voor het eerst deel aan een tweetal tentoonstellingen.

Datzelfde jaar verhuist hij naar Parijs en gaat in de leer bij Ossip Zadkine. In '49 is hij leerling van Fernand Léger en legt contact met de Cobra groep, waarmee hij deelneemt aan de groepstentoonstelling die onder andere het Stedelijk Museum van Amsterdam aandoet.

Daarmee is een ontwikkeling ingezet die de kunstenaar naar vele plaatsen voert en waarbij het ene inzicht het andere opvolgt. Zijn werk evolueert van ‘afvalplastieken’ en ‘eendagsplastieken’ tot zijn beroemde knots, metershoge brede buizen met knopen erin, later vaak als een soort handelsmerk van de kunstenaar gezien. Hij beweegt zich van beeldhouwen naar filmen, video, fotografie, boekdruk en nog veel meer.

Is dat niet een versplintering van talent?

‘Ik geloof dat een kunstenaar een avonturier is en het leven een avontuur, die dingen scheid ik niet. Dan is het logisch dat je je constant ontwikkelt en vernieuwt.

Stagnatie is voor mij een soort dood. Het is natuurlijk vervelend om namen te noemen, waar veel kunstenaars vinden hun eigen stijl en maken dat, om wat voor reden dan ook, hun verdere leven. Daarin ben ik niet geïnteresseerd.’

Iets nieuws beginnen

‘Kunst is voor mij een proces om mezelf te ontdekken, te kijken wat mijn mogelijkheden zijn en ik merk dat je ze altijd kunt uitbreiden. Als ik één soort beeld maakte zou ik me gaan vervelen. Financieel zou het misschien beter voor me zijn, maar het boeit me niet.

Zodra ik iets echt kan, verlies ik de interesse. Eerst werkte ik met ijzer, toen met brons, later met polyester, ik moet telkens iets nieuws beginnen.

De financiële basis daarvoor is er gelukkig, doordat men mij twaalf jaar geleden heeft aangezocht om professor in West-Berlijn te worden. Daardoor kun je in je eigen tijd meer relaxed bezig zijn en heb je gelegenheid om te experimenteren. Natuurlijk is het ook wel belangrijk om geregeld iets te verkopen, maar de druk is niet zo groot.

Vroeger werkte ik met twee assistenten en maakten we soms wel drie- tot vierhonderd beelden per jaar. Er werd veel verkocht, maar ik voelde me er niet zo happy bij. Sinds dat lesgeven begon heb ik een andere levensstijl, hoef ik me niet meer zo te richten op de kunstmarkt en regelmatige tentoonstellingen.'

Andere dingen

Daarmee kwam er dus tijd voor andere dingen. Tajiri was de eerste in Nederland die met video ging werken. Geen art-tapes, maar meestal documentaireachtige producties, interviews, performances en happenings.

Openbare vertoningen beleefden die tapes later nog maar weinig, niet vanwege inhoud of kwaliteit maar omdat de opnames gemaakt werden met apparatuur die enkele jaren later volledig verouderd bleek.

'Ik verloor de interesse in video toen de apparatuur steeds perfecter werd en steeds meer mensen er zich mee bezig gingen houden. Tegenwoordig ben ik er ziek van, je ziet zoveel troep. Ik geloof dat in de beginperiode veel beter werk geleverd werd.’

Films

Ik wil niet iets doen wat al gedaan is, is een geregeld terugkerende uitspraak van de kunstenaar en die is ook van toepassing op de films die hij in een inmiddels al bijna grijs verleden maakte. Hij noemde ze ‘Tabu’-films, omdat ze onderwerpen behandelden die nodig in discussie gebracht moesten worden.

De eerste (uit 1955) ging over het gebruik van softdrugs, en sleepte direct een prijs in de wacht. Er volgden nog diverse producties die stof tot discussie opleverden. Onder andere het verhaal van de dierenliefde van een Deens meisje dat dierenarts wilde worden.

Fotografie

De fotografie is één van de meest recente ontwikkelingen in Tajiri 's kunstenaarschap. Hij fotografeerde altijd al, maar meer voor zijn eigen documentatie, bijvoorbeeld het vastleggen van het ontstaan van een beeld.

‘Ik ging fotografie als zelfstandig medium gebruiken omdat ik iets wilde doen waarmee ik het directe contact tussen hand en papier kon vermijden. Ik wilde er iets tussen, en dat heb je met een camera en een vergrotingsapparaat.'

Omdat hij met die instrumenten ook weer niet wilde doen wat anderen ermee deden, ontwikkelde hij zijn eigen methodes Dat monddde uiteindelijk uit in de stereographs, daguerreotypes, ‘panoramies’ en ‘momentoes’ die ook in Kasteel d'Erp te zien zijn.

‘Mijn probleem was: wat fotografeer je en hoe doe je het? Tegenwoordig zijn er miljoenen mensen die voor een paar honderd gulden een camera kopen en aan het fotograferen slaan. Je hoeft alleen nog maar op het knopje te drukken en dan is het al gebeurd. Daarom ben ik in het proces gedoken, de techniek. Dat is de manier om iets persoonlijks toe te voegen’.

Zelf bouwen en aanpassen

Zoals altijd wanneer Tajiri nieuwe wegen inslaat, kwamen er stapels documentatie aan te pas. Hij leert zich alle technieken zelf en grondige theoretische kennis van zaken is dan onontbeerlijk. De boeken over fotografen en fotografie vanaf het prille begin liggen dan ook overal verspreid in zijn werkkamer.

De eerste vorm met mogelijkheden waar hij op stuitte waren daguerreotypes.

Metalen platen waar een lichtgevoelige laag op wordt aangebracht die belicht, vaak wel een half uur, en ontwikkeld en gefixeerd wordt. Het beeld dat zo ontstaat blijft altijd goed, ongeacht lichtinwerking en andere invloeden die op een hedendaagse foto wel eens verkeerd uitvallen. In feite is het de oervorm van de huidige fotografie.

Het is een proces waarbij allerhande, vaak zwaar giftige chemicaliën waaronder kwikzilver te pas komen. Bovendien is het procedé oorspronkelijk alleen geschikt voor stillevens, vanwege de lange belichtingstijden. Tajiri moest de ervoor benodigde apparatuur zelf bouwen, van de grond af aan, of door het aanpassen van bestaande camera's.

Tajiri paste het proces hier en daar aan zijn behoeftes aa. In plaats van rechtstreeks opnames te maken van een onderwerp, legde hij eerder door hemzelf naar zijn eigen specifieke wensen afgedrukte foto's vast met het procedé. Daardoor kreeg hij tonaliteiten In de daguerreotypes die vroeger niet te verwezenlijken waren.

Ook kon hij zo actieshots afdrukken van bijvoorbeeld races op Zandvoort of stierengevechten.

Waarom verder zoeken?

Opvallend vaak ook legde hij vrouwen vast. ‘Er wordt me vaak gevraagd waarom dat is, maar de verklaring is heel eenvoudig. In de eerste plaats houd ik van vrouwen en vooral als ik in West-Berlijn werk komen er vaak meisjes die model willen staan. Daarvoor is meestal wel gelegenheid, vooral als ze dat ook tijdens de lessen willen doen. En waarom zou je dan verder zoeken naar onderwerpen?’

Zodoende zijn vrouwen ook vaak het onderwerp bij de fotografievormen die hij later ontwikkelde. Bijvoorbeeld bij de stereographs, gebaseerd op het tegen het eind van de negentiende eeuw populaire systeem waarbij door spiegeltjes en twee bijna identieke negatieven een driedimensionaal effect ontstaat.

Bij Tajiri 's werk blijft dat driedimensionale vaak beperkt tot een kader in de foto dat normaal juist twee dimensionaal zou zijn. Een foto van een schildersezel met lijst erop in een landschap, bijvoorbeeld. De hele omgeving is vlak, alleen het beeld dat binnen de begrenzing van de schildeijlijst valt heeft diepte.

'Ik doe de dingen voornamelijk voor mezelf. Ik moet als onschuldig persoon voor een nieuwe machine gaan zitten en kijken wat eruit komt komt. Tevoren heb ik dan wel veel research gedaan. Ik lees alles wat ermee te maken heeft. Over de techniek, de ontwikkeling, de invloed op de maatschappij, alles.

Wanneer je dan de apparatuur gebouwd hebt en je bent de techniek meester, kun je eens gaan kijken wat je er precies mee wilt zeggen.’

Moments in Time

‘Meestal hebben de foto's te maken met mijn leven; waar ik leef, hoe ik leef. Foto's van dit kasteel in Baarlo, van Berlijn, van de mensen die ik tegenkom. Alles bij elkaar vormt het een soort documentaire. De afzonderlijke fotos zijn daar stukjes van.

Het meest tot uiting komt dat idee bij de ‘Momentoes': Moments in time that are special. Foto's, ingekleurd, ontkleurd en anderszins bewerkt, omlijst met bijvoorbeeld behangpapier in vrolijke tinten, waardoor de werkelijkheid verstilt.

‘Er spreekt een speciaal gevoel uit, intimiteit. Ik heb op een zeker moment een speciaal contact met het model gehad en dat blijft hangen, spreekt eruit. Dat heb ik zo ook nog nooit iemand eerder zien doen. The way of presenting things is different.